vrijdag 4 september 2009

Tariq Ramadan naar Amsterdam?

(Reactie op het artikel ‘ Haal Ramadan naar Amsterdam’ van Aarts cs. in de Volkskrant van 31 augustus 2009. Gepubliceerd in die zelfde krant op 1 sept 2009)

De oproep van de vier wetenschappers van de UvA om Tariq Ramadan naar Amsterdam te halen, na alles wat er de laatste maanden is gebeurd en bekend is geworden over de man lijkt verdacht veel op het – voor de tweede keer- binnen halen van het Trojaanse paard, terwijl de vernietigende lading ervan al bekend is.

Het viertal professoren geeft hiermee blijk van een duidelijke stellingname in het debat over de positie van de Islam in Nederland. Het gaat hen dan ook niet zozeer om de reden of de manier waarop Ramadan ontslagen is, maar om ‘wie’ er ontslagen is: hun grote voorbeeld van de Europese Islamisering.

Het argument dat er een afstandelijke relatie dient te bestaan tussen de financier van een leerstoel en de bezetter ervan is academisch juist. Echter wil dit niet zeggen dat deze afstand eindeloos mag zijn. De finacier kent ook maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wanneer blijkt dat iemand als Tariq Ramadan, die als wetenschapper is binnengehaald, zich onacceptabel profileert buiten de universiteitsmuren als politiek en religieus ideoloog en activist, dan verdwijnt daardoor het vertrouwen dat de basis was voor het toekennen van de leerstoel.

Juist door Ramadan te laten zitten zou de Erasmus Universiteit zwakte tonen. De voor een universiteit pijnlijke beslissing om over te gaan tot het ontslag van een docent getuigd van integriteit en moed in het huidige politieke klimaat.

Een politiek klimaat dat juist door Paul Aarts cs. wordt aangedragen als hoofdreden voor het ontslag van Ramadan door de stad Rotterdam. Het is dan ook in deze context dat we de ophef en de daaruitvolgende oproep van het Amsterdamse viertal moeten lezen.

Dit smaldeel van de UvA staat al jaren bekend om haar zeer welwillende houding tegenover de Islam, en ook de politieke stromingen daarvan. Dit komt ook helder naar voren uit de tekst van de brief van 31 augustus jl.. Ramadan zou een ‘inspirerende waarde’ zijn en een ‘ rolmodel voor zijn studenten’. En Ramadan krijgt aandacht omdat ' hij zich heel nadrukkelijk als Moslim profileert'.

Deze loflezing is vooral gebaseerd op het academische geloof van het viertal op het belang van ' identiteit' . Een onderwerp dat de laatste decennia bijzonder veel wetenschappelijke aandacht heeft gekregen. Voor Aarts cs. is de identiteit als Moslim belangrijker dan die als Nederlands staatsburger. Ook is de Moslimidentiteit en de Islam volgens hen volledig compatibel met de waarden en normen van onze democratisch rechtsstaat. Zij zijn dan waarschijnlijk de enigen die dit nog met volle overtuiging geloven.

Voor veel ' seculiere' Moslims in Nederland geldt uiteraard dat zij helemaal geen problemen hebben met de Nederlandse regels en cultuur. Dat komt omdat zij een deel van de regels die de Islam voorschrijft naast zich neerleggen, zoals Christenen en Joden dat ook doen. Ramadan doet dit echter niet. Hij wil dat Moslims in Europa volledig als Moslims kunnen leven. Hij weet het mooi te verpakken, maar uiteindelijk betekent dat invoering van de shari'a. En de schrijvers van de oproep om Ramadan naar Amsterdam halen moeten dit weten, zeker iemand als Ruud Peters, die gespecialiseerd is in Islamitisch Recht.

Net als de Radicale Moslim Broederschap, waarvan de grootvader van Ramadan de mede-oprichter was, kiest Tariq voor de democratisch weg om zijn islamistische doelen te verwezenlijken. Met het zwaard zal de Islam in Europa niet overwinnen, de zwakheden van ons democratische systeem vormen daarom een mooi alternatief: de gematigde Islam als het Trojaanse paard.

Dat paard moet dan wel worden binnengehaald door welwillende sympathysanten. Rotterdam deed dit en kwam er na enige tijd achter dat het een grote fout had gemaakt. Deze fout is nu hersteld. Dat de UvA nu weer aan de touwen staat om het kunstwerk met de gevaarlijke lading vrijwillig de stad binnen te trekken is daarom ook onbegrijpelijk.

Aarts cs. sluiten hun oproep af door aan te geven dat: 'Amsterdam niet meedoet aan de hetze tegen Moslims die vinden dat islam voor hen ook van belang is buiten de priveesfeer'

Wat wordt hiermee precies bedoeld? Sommige Moslims willen ook buiten hun priveesfeer geen homoseksualiteit en geen handenschudden met vrouwen. Moet dit volgens het viertal ook gerespecteerd worden? Willen deze vooraanstaande wetenschappers homoseksuelen en het handenschudden dan maar gaan verbieden op de Universiteit van Amsterdam? Deze valt immers toch ook buiten de priveesfeer?

Het gevaar van iemand als Ramadan ligt in de combinatie van een gematigde boodschap met onderliggende fundamentalistische idealen. Dat veel onwetenden en naïeve bestuurlijke typen hievoor vallen is betreurenswaardig maar dit komt meestal voort uit goede hoop op een betere toekomst. In het geval van de hooggeleerde wetenschappers, die onwetendheid niet kunnen claimen, is de steun voor Ramadan echter niet goed te praten en hun gedrag dan ook als niets minder dan dhimmitude aan te merken.