vrijdag 21 september 2007

Al-Zawahri roept op tot herovering en etnische zuivering van al-Andalus


De geschiedenis van de islam in Europa gaat veel verder terug dan de jaren 60 van de vorige eeuw, toen groepen gastarbeiders uit islamitische landen naar ons continent trokken om financiële redenen. Al vanaf de eerste eeuw na het ontstaan van de islam drongen de legers van het Umayyaden kalifaat uit Damascus het Iberische schiereiland binnen. Op bevel van kalief al-Walid I werden in 711 AD de eerste stappen naar de vrijwel gehele bezetting van, wat tegenwoordig Spanje en Portugal is, gezet.


Een van de eerste moslims die met een expeditionele troepenmacht (ongeveer 7.000 man) naar Spanje trok was Tariq Ibn Ziyad, die de nauwe zee-engte tussen Marokko en het Iberisch schiereiland over stak. Deze zee-engte, en het zuidelijkste punt van Spanje zijn naar deze man vernoemd: Gibraltar. Een Spaanse variant op het Arabische 'djabal at-Tariq', hetgeen berg van Tariq betekent. Overigens zijn heel wat Spaanse plaatsnamen direct afgeleid van hun vroegere Arabische benamingen. Zelfs het oer-Spaanse olé! is een verbastering van het Arabische w-allah!, wat iets als 'mijn God!' of 'mijn hemel!' wil zeggen. Het gebied dat werd van de 8ste tot de 15de eeuw werd bezet, werd door de moslims al-Andalus genoemd. Tegenwoordig is Andalusia de naam van de op een na grootste 'provincie' van Spanje.


De bezetting, want hoe mooi sommige Arabisten en historici het ook willen brengen, dat was het natuurlijk, heeft ruim 700 jaar geduurd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel van de taal en cultuur van de bezetters is blijven hangen. Toch bleek uiteindelijk het dwingende karakter van de islam voor de oorsprongkelijke bewoners, christenen en joden, onacceptabel te zijn. De verhalen over de tolerantie die er heerste tegenover deze groepen zal in de loop der eeuwen toch wel wat zijn geromantiseerd. Er bestaan talloze verhalen over massamoorden en onderdrukking en de Arabische literatuur uit die tijd laat ook weinig zien van respect voor niet-moslims. Het is belangrijk te begrijpen dat de inval en bezetting van deze regio niets anders was dan de uitvoering van een oproep tot jihad, of heilige oorlog. Het was niet de bedoeling om vrede en cultuur te brengen aan de arme christenen in Europa. Als dat het geval was geweest waren de troepen wel verder het continent ingedrongen. Het fabeltje dat het christelijk Europa, onder leiding van Karel Martel in 732 bij Poitier de moslims heeft tegen gehouden in een grote veldslag, is een hardnekkige overschatting van de militaire capaciteiten van de toenmalige Europese legers en een verdraaiing van de werkelijkheid. Het ging in feite om niets meer dan een kleine schermutseling, waarna de (onverslagen) groep moslims weer richting het zuiden trokken omdat ze weinig heil zagen in de onderontwikkelde volkeren uit het noorden. De kans om met deze, zeg maar 'achterlijke' mensen handel te drijven of er cultureel iets van op te steken was nihil. Daarnaast was ook het gruwelijke klimaat iets dat de moslims, die meer gewend waren aan hoge temperaturen en zon, graag aan hun neus voorbij lieten gaan. De verovering van Spanje en Portugal was een bewuste daad van imperialisme, uitgevoerd onder het mom van jihad. Na voltooiing van de verovering werden de nieuwe gebieden dan ook, overeenkomstig de doelstellingen van jihad geregeerd door de regels van de islam.


In 1492, het zelfde jaar dat Columbus de America's ontdekte, kwam er een einde aan de bezetting en werden de laatste moslims, ook wel 'Moren' genoemd, uit Granada en vervolgens Spanje verdreven. De Portugezen waren in de dertiende eeuw al van de bezetting verlost. Nu, in 2007, ruim 500 jaar later roept de tweede man van al-qa'ida, Ayman az-Zawahri in een onlangs verschenen videoboodschap op tot een herovering van al-Andalus en het 'reinigen' van het grondgebied van de kinderen van Spanje en Frankrijk' . Voor veel westerlingen klinkt dit als een wellicht wat overdreven agressief, maar vooral onuitvoerbaar plan. Spanje en Portugal zijn toch Europees? Wie twijfelt er nou aan de rechtmatigheid van de huidige bewoners over de soevereiniteit van het grondgebied? Toch deed al-Zawahri zijn oproep niet zo maar. Ten eerste riep hij niet elke moslim op tot jihad, maar specifiek de Berbers en andere bewoners van de Maghreb (Noordelijk Afrika). Zij waren ook degenen geweest die de verovering in de achtste eeuw hadden uitgevoerd en ook in latere eeuwen nog grote invloed op het schiereiland hebben gehad. Voor een groot deel van deze mensen leeft al-Andalus nog voort in de verhalen en tradities. De Reconquista door de Spaanse, christelijke koningen was dan ook een pijnlijke nederlaag voor deze moslims en de Berbers in het bijzonder. Een tweede reden waarom de oproep niet zo maar gedaan werd is de volgende: al-qa'ida ziet Europa als een belangrijk front in de oorlog tussen de islam en het westen. Niet alleen verdeeld strijd aldaar de coalitie in de 'war on terror', maar het zet ook de interne cohesie binnen Europa tussen de autochtone bevolking en de snel groeiende moslim bevolking, zwaar onder druk. Een dubbelzijdig zwaard.
Voor Europeanen lijkt het een belachelijke propositie, maar in de islamitische wereld is er zeker begrip voor. Al-Andalus wordt historisch als legitiem deel van de islamitische wereld gezien. Ik vraag me wel af hoe de moslimwereld zou reageren als Paus Benedictus de christenen zou oproepen om Constantinopel (er zijn lieden die deze stad Istanbul plachten te noemen) weer in te lijven bij het christelijke Europa. In principe zou deze oproep een stuk realistischer zijn, zeker vanuit een geografische, maar ook historische context. Toch verwacht ik deze oproep niet snel.
Al deze islamitische retoriek hoort natuurlijk bij de propaganda van de 'Clash of Civilizations' zoals Huntington dit noemde. Maar de mogelijke dreiging is niet te onderschatten. Er zijn grote groepen jonge fundamentalisten in Algerije en Marokko, die op dit moment getraind worden door al-qa'ida en gefinancierd zijn met geld uit het Arabisch schiereiland, die aan een oproep als die van al-Zawahri wel eens gehoor kunnen geven. We hoeven niet bang te zijn voor een leger als dat van Tariq Ibn Ziyad, dat de oversteek vanuit Marokko maakt, maar er waren slechts 19 fanatici en vier vliegtuigen nodig om Amerika een nachtmerrie te veroorzaken, waarvan het nog steeds niet is ontwaakt.

maandag 20 augustus 2007

Reality check

Zaterdag 23:00, plaats: een gezellige kroeg. Een vriend stelt me voor aan een jonge dame die hij net had ontmoet. Gezellig type, vlot gekleed, beginnend advocate en Moslima van Marokkaanse afkomst. Een vriendelijke en interessante gesprekspartner. Als cynische arabist dacht ik na een tijdje: 'zie je wel, het kan dus prima; succesvolle Moslima en toch modern en westers.' Een paar drankjes later kwam het gesprek op de Islam en de moeilijke situatie van de laatste jaren. Ik vroeg haar wat ze als juriste dacht over de cartoonaffaire en de oproep van sommige moslimleiders om de vrijheid van meningsuiting te beperken. Ik hoopte dat ze tijdens haar opleiding het nut van deze vrijheid was bijgebracht en dat ze een genuanceerd en gewogen antwoord zou geven, maar helaas. Het plaatsen van de tekeningen was een schande en had verboden moeten worden. Ook de opmerkingen van iemand als Van Gogh waren ongepast en om heftige reacties in de toekomst te vermijden zou het beter zijn ook dergelijke uitlatingen verder te verbieden.

Om eerlijk te zijn was ik geschrokken. Van een laag opgeleide moslim die blindelings een strenge imam napraat verwacht ik niet veel beter maar deze jonge vrouw, die geen hoofddoek draagt, gezellig op een zaterdagavond in een café zit en een academische opleiding heeft genoten die haar de waarde van het westers juridisch denken en de Nederlandse staatsrechtelijke fundamenten had moeten bijbrengen, blijkt niet anders tegen de vrijheid van meningsuiting aan te kijken dan een gemiddelde salafist. Nou wil ik niet impliceren dat zij het salafistische gedachtegoed een warm hart toedraagt maar het feit dat zelfs de meest liberale moslims dus kennelijk niet echt liberaal zijn was toch weer even een reality check.Kennelijk is een bepaalde passage uit de koran toch belangrijker dan ik had gedacht, ook voor niet radicalen. Het gaat om vers 5:44 waarin staat: 'wie niet oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden, dat zijn de ongelovigen'. Het vers wordt door radicale moslims aangehaald wordt om slechte (niet-islamitische) regimes aan te vallen. Maar de werking schijnt dus ook de liberale moslims danig te beïnvloeden. In principe is het Nederlandse rechtssysteem voor deze 'liberalen' acceptabel zolang het overeenkomt met de wetten van de islam, maar als dit afwijkt gaat de goddelijke openbaring voor. Iets wat in de juridische wereld toch niet onbelangrijk is.

Het aantal moslims (en vooral Moslima's) dat tegenwoordig rechten gaat studeren is bijzonder groot. Precieze cijfers ken ik niet maar een blik in de gemiddelde collegezaal spreekt voor zich. Ik vond dit altijd een positieve ontwikkeling. Een studie Nederlands recht zou studenten met een islamitische achtergrond, meer dan elke andere opleiding, de voordelen van democratie, vrijheid en gelijkheid kunnen duidelijk maken. Goed voor de Nederlandse moslims die deze zaken als iets bedreigends zien. Toch werkt dit alleen als deze lessen ook worden geleerd en overgenomen. Als afgestudeerde rechtenstudenten de markt op gaan met een kennis van het Nederlandse rechtssysteem maar een gebrek aan begrip voor de onderliggende waarden, dan werkt dit naar mijn idee contraproductief. Onze grondrechten zijn de hoekstenen van onze samenleving, de basis van onze maatschappij; misschien is het belang hiervan, door alle discussies over de islam, wat uit het oog geraakt. Ik pleit daarom om over deze rechten op de scholen, maar zeker op de universiteiten, veel uitvoeriger te doceren. Mensen die hun religieuze ideeën boven de Nederlandse wet willen plaatsen moeten begrijpen dat daarvoor hier geen ruimte is. Alleen al het hopen hierop zal tot niets anders leiden dan frustratie en het gevoel van uitsluiting. Iets wat zeker voor juristen belangrijk is om te weten.

maandag 13 augustus 2007

God of Allah, een pot nat

Wil je tegenwoordig de voorpagina's halen dan is een mooie uitspraak over de islam of Mohammed genoeg. Gisteren was het de beurt aan Bisschop Muskens om zijn misschien wel laatste duit in het spreekwoordelijke zakje te werpen. En zijn nieuwste stelling, die hij zelf overigens als revolutionair bestempelde was: ' Waarom noemen we voortaan God niet Allah?' De vaak controversiële geestelijke had namelijk in zijn jonge jaren in Indonesië het woord Allah vaak in de eucharistieviering voor God horen gebruikt worden. Dus dan kunnen we dat hier toch ook?

Muskens zal het goed bedoelen en ziet christenen en moslims natuurlijk liever vredelievend met elkaar leven en geloven, maar hij slaat hier toch even de plank flink mis. Het Arabische woord Allah is namelijk niet de naam van de Islamitische God, het is gewoon het woord voor God. Christenen in het Midden-Oosten gebruiken ook Allah om God aan te duiden, en dit woord wordt dan ook in Arabische Bijbels gebruikt. Het feit dat Nederlandse moslims Allah tegen hun god zeggen is eigenlijk alleen een teken dat zij niets van de Arabische taal begrijpen. Waarschijnlijk wordt het Arabische woord voor God onvertaald gelaten om zo een verschil aan te geven tussen het islamitische geloof en het christelijke. Afstand in plaats van toenadering. Niet echt in de lijn van de idee van Muskens.

Daarom is de opmerking van Muskens ook zo misplaatst. Het was meer op zijn plaats geweest als hij de opmerking had omgedraaid: laten alle moslims in Nederland Allah gewoon God noemen. Volgens mij was Nederland hier toch de oorspronkelijke taal? De arabisering van het Nederlandse God-woord is toch wat veel gevraagd. Daarnaast lost een taalkundige kwestie de theologische en juridische verschillen tussen de islam en het christendom niet op. Was het maar waar. Ik ben bang dat Muskens, net als Wilders vorige week, met zijn opmerking wel de voorpagina's haalt maar niet de geschiedenisboeken. Het wachten is op de volgende verlichte geest.

zaterdag 11 augustus 2007

Een Nederlandse koran voor iedereen

Vrijdag mocht de charmante schrijver Kader Abdolah het goede nieuws bij NOVA komen vertellen; hij komt met een nieuwe koranbewerking. En denk nu niet dat het feit dat er al een aantal zeer gedegen Nederlandse vertalingen bestaan deze poging onzinnig maakt. Nee, hij maakt er deze keer geen saai verhaal van. Het wordt geen tekst die echt op de echte Arabische inhoud gaat lijken. Als atheïst gaat hij de literaire schoonheid van het boek weergeven, niet de religieuze kern. Zoals hij tijdens het interview aangaf houdt dat wel in dat hij daarvoor behoorlijk wat saaie passages en talloze herhalingen niet zal overnemen. Ook wil hij de ongeveer 14 eeuwen oude tekst in haar historische context plaatsen. Hierdoor moet de lezer beter gaan begrijpen hoe de verhalen van de islamitische profeet moeten worden geïnterpreteerd.

Dit klinkt allemaal erg prachtig. Elke vorm van exegese, want dat is hetgeen Kader Abdolah hier eigenlijk doet, is op zich interessant, als deze minutieus en consequent gebeurt. Zover ik begrepen heb wil de schrijver echter vooral zijn literaire liefde voor de oude tekst overbrengen tot zijn lezers. De vraag die hierbij opkomt is welk doel dit heeft. De literaire waarde van de koran is niet bijzonder hoog. De opbouw is, op zijn minst vreemd te noemen, de tekst lijkt vol te zitten met passages die er eigenlijk niet in thuis horen, de verschillende hoofdstukken spreken elkaar regelmatig tegen en vrolijk wordt je van de inhoud ook niet echt. Maar dat is niet mijn grootste probleem met de aanpak van Kader Abdolah. Hij probeert de koran tot iets te maken wat het niet is; zo maar een historisch boek dat in een historisch kader geplaatst kan worden. Voor miljoenen Moslims is het namelijk niet zo maar een boek maar hun heilige boek. Zij zullen ook geen interesse hebben in zijn bewerking. Elke weergave van de tekst van de koran die niet overeenkomt met de algemeen geaccepteerde versies, wordt door moslims beschouwd als nutteloos. Daarnaast is de historisch context die Kader Abdolah wil toepassen allerminst duidelijk. Er zijn geen enkele geschiedkundige bronnen over Mohammed beschikbaar. Naast de verhalen uit de koran en de islamitische geschiedschrijving is er zelfs geen bewijs dat de Mohammed uit de koran ooit bestaat heeft. Een exegese op historische wijze van de koran door een atheïst is dan ook op zijn minst vreemd te noemen.

Maar het gaat Kader Abdolah kennelijk niet om de Moslims. Hij hoopt dat alle Nederlanders (daarmee bedoelde hij waarschijnlijk alle niet-moslims in Nederland) zijn versie van de koran gaan lezen. Commercieel gezien is dat natuurlijk een goed plan, maar zijn doel om zodoende de prachtige literaire inhoud van het boek bekend te maken is absurd. Het resultaat van zijn werk zou namelijk overeenkomen met het halen van een aantal leuke literaire tekstfragmenten uit de Nederlandse Grondwet, deze vertalen in het Chinees, er zelf hier en daar nog wat aan toevoegen om het wat aardiger te laten lijken om vervolgens het resultaat aan te bieden in China als een vertaling van de belangrijkste Nederlandse wet. Volledig zinloos. Het gaat juist om de gehele tekst, met al haar details en nuances, en als deze dan toevallig oud, onduidelijk, slecht geschreven en ongezellig is, moet je niet gaan proberen hem te gaan herschrijven en opleuken. Gewoon lezen wat er staat, dat doen Moslims ook.
Een Nederlander die de koranbewerking van Kader Abdolah gelezen heeft, heeft niet de koran gelezen maar een tekst die op geen enkele wijze iets te maken heeft met de Islam zoals de meeste Moslims die beleven. Het kan best zijn dat Kader Abdolah een prachtig boek gaat uitgeven, toch zou ik een ieder die wil weten wat er in de koran staat aanraden gewoon een vertaling van Kramers of Leemhuis te lezen. Deze werken staan beide dicht bij de brontekst en geven de inhoud van de koran goed weer. Of nog beter, doe net als ik: leer gewoon Arabisch dan kan je zelf oordelen, zonder tussenkomst van vertalers.

vrijdag 10 augustus 2007

Ik ga op vakantie en ik neem mee: een Bijbel!

Het was weer een prachtig staaltje rond de pot draaien wat we deze week hebben mogen aanschouwen in de media. Na wel een hele dag over de vernederende mishandeling van Ehsan Jami door fanatieke Moslims gesproken te hebben werd het publieke debat over vrijheid van godsdienstkeuze, dankzij de geniale inbreng van Geert Wilders, weer afgeleid naar de discussie over de Koran. Al de vragen die hierover gesteld zijn en alle antwoorden die hierop gevraagd of ongevraagd volgden, leidden tot niets.

Een boek zorgt niet voor ellende, het is de menselijke waarde die eraan gehecht wordt die mogelijk voor problemen kan zorgen. Het verbieden van boeken gebeurt alleen door dictatoriale regimes, uit angst voor de mogelijke consequenties van vrijheid en open samenleving. Neem bijvoorbeeld Saudi Arabie: een ondemocratische reli-petrostaat, die zich niet alleen bezig houdt met de internationale verspreiding van het weinig verheffende salafistische gedachtegoed maar ook gebruik maakt van een religieus protectionisme door elke invloed van andere godsdiensten in het eigen land te verbieden. Kerken of Moskeeën zijn verboden en het is reizigers zelfs niet toegestaan om Bijbels, crucifixen of davidsterren het land in te voeren. Een kerstboom in je tuin zetten in december zou ik ook niet aanraden, tenzij je een dringende behoefte hebt voor een lange periode een Saudische gevangenis van binnen te bekijken.


In feite is de opmerking van Wilders in de Islamitische context dus ook niet eens zo vreemd. Het verbieden van boeken en religieuze objecten is daar aan de orde van de dag. Het is alleen jammer dat hij zich op deze manier verlaagd tot het niveau van denken van een religieuze traditie, waar hij zich juist zo tegen verzet. Dat is een zwaktebod. Toch is het wel opmerkelijk dat de uitspraak van Wilders in Nederland zo'n golf van kritiek heeft veroorzaakt. Toegegeven, het is niet het meest praktische voorstel geweest, maar zo langzamerhand moet de provocatieve stijl van de politicus toch wel bekend zijn. Maar hoe dan ook, Nederland is en blijft een vrij land en een volksvertegenwoordiger moet zijn mening kunnen uiten, ook al is niet iedereen het met die mening eens. Als overgevoelige Moslims, of hun niet-islamitische woordvoerders, niet begrijpen dat de koran niet voor iedereen een heilig boek is, en je daarom daarover best een opmerking mag maken, moeten ze toch even een cursus tolerantie gaan volgen. De, hoogst waarschijnlijk vanuit de PvdA-top gedirigeerde aanklacht, die door (het aspirant raadslid!) Els Lucas tegen Wilders is ingediend is dan ook schrijnend. De PvdA toont hiermee weer eens aan dat het socialistische karakter nog niet geheel uit de partij verdwenen is; kennelijk streven zij geen vrijheid van religie na (Ehsan Jami moet gewoon Moslim blijven) en de vrijheid van meningsuiting moet beperkt worden als dat de schijn van een keurige sociale multi-culti staat kan schaden.


Waarom heb ik niets meer gehoord over de drie mannen die Ehsan Jami hebben aangevallen? Zijn ze gearresteerd? Is er iets over hen bekend? Of zijn we nu meer geïnteresseerd wat Iran of Syrië zal denken over de uitspraken van Geert Wilders?

woensdag 8 augustus 2007

Baas boven baas

Het lijkt wel een pavlovreactie: iemand in Nederland heeft het lef enige kritiek te uiten op de Islam, komt er onmiddellijk een offensief van Geert Wilders. Hij kan zich natuurlijk ook niet de kaas van het brood laten eten door iemand als Ehsan Jami. Wilders heeft er kennelijk alles voor over om bekend te blijven staan als de meest strijdvaardige anti-islam held van Nederland. Ook al moet hij daarvoor uitspraken maken, waar hij als liberaal nooit achter kan staan. Enkele maanden geleden was het nog voldoende om de helft van het heilige boek van de moslims te verscheuren, nu moet het hele werk verboden worden.

Deze discussie over de Koran is natuurlijk onzin. Boeken verbieden, verscheuren, verbranden heeft geen enkele zin. Niet alleen omdat het niet praktisch en ongrondwettelijk is, maar vooral omdat het moreel verwerpelijk is. Het betekent het begin van censuur en het einde van vrijheid; iets waar de Partij voor de VRIJHEID juist voor zou moeten waken. Op de Opernplatz in Berlijn, waar in de nazi's in 1933 hun grote boekverbranding hielden, staat tegenwoordig een krachtig citaat van Heinrich Heine geschreven: 'Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen'. De vooruitziende blik van Heine is op pijnlijke wijze realiteit geworden. Het is daarom dat de uitspraak van de heer Wilders duidelijk meer te doen is geweest om politiek gewin dan om een daad te stellen voor de vrijheid. Het had hem meer gesierd de helft van zijn veiligheidsmensen af te staan aan Jami, die voor hem een medestrijder voor de vrijheid is.
Ook de vergelijking van Wilders met Mein Kampf is vreemd. Als hij de Koran zo slecht vindt, net als het boek van Hitler, verbied het dan niet! Laat juist iedereen het lezen. Elk normaal mens zal de belachelijkheid van de inhoud begrijpen en het gedachtegoed naast zich neerleggen. Een boek verbieden maakt het voor sommigen juist des te interessanter. Dat er mensen zijn die, gedreven door haat, frustratie, racisme en andere narigheden, conflicten aangaan men anders denkenden is iets van alle tijden. Deze mensen hebben niet een specifiek boek nodig. Ze vinden wel iets anders of, net als Hitler, schrijven er zelf een.

Het is jammer dat een partij met een toch aanzienlijke steun onder de Nederlandse bevolking zich politiek belachelijk maakt door dit soort uitspraken. Als het ego belangrijker wordt dan de boodschap verliest men het doel uit ogen.

maandag 6 augustus 2007

Apostaat rammen


Alsof het de normaalste zaak van de wereld is: homo's die in elkaar worden geslagen door gefrustreerde Moslim jongens. Homoseksualiteit mag niet van het prachtige geloof en met beoefenaars van deze duivelse praktijken moet dan ook korte metten gemaakt worden. Hoewel het nog altijd een taboe is gaan tegenwoordig steeds meer gemolesteerde homoseksuelen naar de autoriteiten als ze zijn aangevallen. Dit heeft ook zijn weerklank op de aandacht die aan het fenomeen wordt geschonken door de media. En dat is hoog nodig. Ook eergisteren tijdens de gay pride evenementen in Amsterdam werden enkele feestvierende aanhangers van de mannenliefde op hardhandige wijze duidelijk gemaakt dat dit in het (bijna) islamitische Nederland echt niet door de beugels kan.


Maar dat was dit weekend niet het enige wapenfeit van de pure Islam in Nederland. In Voorburg achtten een aantal Marokkaanse en Somalische moslimmannen het noodzakelijk om de shari'a even toe te passen. Het daar wonende PvdA raadslid en oprichter van het comité ex-moslims Ehsan Jami werd zaterdagmiddag tijdens het winkelen aangevallen en verwond. Een van de weinige individuen die er openlijk voor uitkomt dat hij geen moslim meer wil zijn wordt zo tot de orde geroepen. Dat dit er aan zat te komen kon elke arabist of islamoloog je vertellen. Volgens de wetten van de islam dienen apostaten, mensen die de islam verlaten, vermoorde te worden als ze weigeren terug te keren tot het ware geloof. Het is juist daarom zo vreselijk dat dit is gebeurd. Iedereen wist dat dit er aan zat te komen. Van zijn eigen politieke partij tot de nationaal coördinator terrorisme bestrijding, allen waren op de hoogte van de bedreigingen en de risico's (het was overigens al de derde aanval in korte tijd). Maar toch heeft niemand voor zelfs maar de minste vorm van beveiliging gezorgd. Het bloed wat zaterdag op de grond van Voorbrug heeft gevloeid kleeft ook aan de handen van Wouter Bos en Tjibbe Joustra. Is het wachten op een tweede Theo van Gogh voordat de dreiging die er uitgaat van dit soort radicale figuren serieus genomen wordt?


Zonder steun van de Nederlandse overheid hebben progressieve moslims of mensen die kiezen de islam gedag te zeggen, geen schijn van kans in dit land. Er wordt meer gesproken en geluisterd naar fundamentalistische baarden dan naar gewone Nederlandse moslims, die niet per se een hoofddoek hoeven te dragen en die gewoon wel eens een wijntje drinken. Ik sprak laatst me een goed opgeleide Moslima, die mij toe fluisterde dat in haar vriendenkring een flink aantal jonge moslimmeiden bij de vorige verkiezingen Wilders hebben gestemd! Niet om zijn charme of blonde kapsel, maar omdat hij volgens hen de enige politicus is die voor veel onderdrukte moslimvrouwen opkomt.


Ik hoop werkelijk dat na de georchestreerde demonisering van Fortuyn, de laffe moord op Van Gogh, het vertrek van Ayaan Hirsi Ali en zaterdag in Voorburg het zoveelste incident met moslim fundo's, de politiek haar kop eindelijk eens uit het zand haalt en de problemen daadkrachtig gaat aanpakken. Dat betekent dus 10 jaar gevangenisstraf voor elke vorm van religieuze intimidatie en persoonlijke beveiliging voor die personen waarvan de veiligheid bedreigd wordt. Het argument dat dit miljoenen kost wil ik hier direct onderuit halen. Mocht er na Van Gogh nog een dergelijk incident plaats vinden in Nederland, dan zullen heel wat multinationals hun vestigingen hier weghalen en, misschien nog wel erger, zullen tienduizenden hoogopgeleiden jonge Nederlanders het land gaan verlaten. Een capital- en braindrain die de Nederlandse economie miljarden zal kosten.


Wie wil er nog in zo'n land wonen? Mijn koffers zijn nog niet gepakt, maar ik merk wel dat ik de laatste tijd wel erg veel websites over New York en Washington bezoek. Het is niet de radicale Islam die mij angst inboezemt. Dit probleem is met de juiste middelen snel uit te roeien. Het is de houding van de Nederlandse politieke leiding, die ons keer op keer in de steek laat. Hoeveel bloed moet er nog vloeien voordat de multiculturele maatschappij voorgoed begraven wordt?

donderdag 1 maart 2007

Geen Respect, maar Tolerantie


Na een paar keer knipperen met mijn ogen bleek het er werkelijk te staan: ‘Respect, solidariteit en duurzaamheid’, de sleutelbegrippen van de nieuwe Regeringscoalitie in de onlangs verschenen regeringsverklaring. Het was zo ver, ik was wakker geworden in mijn eigen socialistische, relativistische nachtmerrie.

Ik wil in dit stuk geen aandacht besteden aan ‘solidariteit’ of ‘duurzaamheid’. De misplaatste aanwezigheid van deze termen in een regeringsverklaring van een modern westers land moge duidelijk zijn. Aan het eerste sleutelbegrip wil ik graag wel wat woorden besteden.Het woord ‘Respect’ staat voor een prachtig concept, het straalt eerbied en bewondering uit. Toch blijkt uit de toepassing ervan dat het woord aan hevige taalkundige inflatie onderhevig is. Respect schijnt tegenwoordig iets vanzelfsprekends te zijn. Iets wat als basisprincipe van een regeerakkoord gebruikt wordt. Respect moet! ...........Of toch niet?

Volgens mij was de oorspronkelijke betekenis van respect toch werkelijk anders. Respect is niet vanzelfsprekend. Misschien wel voor het leven, de dood en voor God, maar zeker niet voor alles en iedereen. Respect is iets dat verdiend moet worden, niet iets dat als sleutelbegrip of ethische grondslag voor een samenleving kan dienen. Het is kenmerkend dat aan de basis van een nieuwe centrumlinkse regering een idee ligt, dat verantwoordelijk is voor een groot deel van de huidige problemen in Nederland. Respect zonder verdienste is een lege huls, een gevaarlijke illusie, die leidt tot frustratie en onbegrip.Hoe is het mogelijk dat een belangrijk concept zo kan devalueren? Een mogelijke reden is de misschien wel te ver doorgevoerde egalisering van de maatschappij. Als iedereen gelijk is, moet je ook voor iedereen respect hebben. Anders heb je geen respect voor jezelf, en dat is natuurlijk belachelijk. Maar verklaart deze egalisering dit nieuwe fenomeen?

Respect als noodzakelijk vereiste voor een leefbare samenleving? Op straat en op televisie gaat geen dag voorbij of je hoort de volgende opmerking; ‘we moeten respect hebben voor anderen’. Dat is natuurlijk onzin. Respect is prachtig, maar het is een individuele keuze, geen opgelegde levenswijze. Het is een teken van waardering. Wat noodzakelijk is, in een vrije maatschappij als de onze, is niet respect maar tolerantie; dat is het basisprincipe. Automatisch respect neemt namelijk de noodzakelijke kritische wereldblik weg, die nodig is voor de evolutie van ideeën en onze maatschappij. Het moet mogelijk zijn om zonder ergens respect voor te hebben, datzelfde wel te accepteren en tolereren.Misschien ben ik te aanvankelijk te optimistisch geweest bij de beschrijving van het woord ‘respect’. Naast een uiting van eerbied voor goede zaken heeft respect ook nog een andere, meer duistere kant. Respect kan ook worden afgedwongen. Dit is een fenomeen dat we kennen van de maffia. Deze Italiaanse types eisen respect op door te dreigen met geweld.

Een ander woord voor deze vorm van respect afdwingen is ‘onderwerping’.Wellicht komen we nu bij de angstaanjagende kern van de zaak. Onderwerping is de letterlijke vertaling van het Arabische woord ‘Islam’. Kan het zo zijn dat deze nieuwe regering van de Nederlandse burger verwacht dat er onderwerping plaats vindt aan de Islam. Het is immers duidelijk geworden dat het deze Regering niet om respect tegenover andere groepen in onze samenleving gaat. Respect voor homo’s is voor deze coalitie niet verplicht. Zelfs ambtenaren hoeven hier geen blijk van te geven, zij mogen immers weigeren homoseksuele koppels te trouwen, als ze daar geen zin in hebben. Geen respect voor homo’s dus. Sterker nog, zelfs tolerantie voor homoseksuelen is kennelijk niet verplicht volgens Balkenende IV. Maar toch roept de regeringsverklaring op tot respect. Waarvoor dan? Het kan niet anders of dit kabinet heeft de problematiek rond integratie en Islam op het oog gehad toen zij dit woord hebben gebruikt. Het is nauwelijks denkbaar dat hier gaat om respect uit waardering of eerbied voor de Islam, religieuze propaganda zou de scheiding tussen kerk en staat op de helling zetten. Gaat het dan werkelijk om respect afgedwongen door dreiging? Respect uit angst?De dreiging van geweld is duidelijk aanwezig. De stille getuigen uit het verleden, zoals Theo van Gogh, en minder stille getuigen uit het heden, zoals de helaas gevluchte Ayaan Hirsi ‘Ali en de gelukkig nog steeds politiek actieve Geert Wilders, zijn hier duidelijke voorbeelden van.


Wil onze nieuwe regering de dreiging van geweld weg nemen door gewoonweg de makkelijke weg te kiezen. Door respect te geven als dat opgeëist wordt? Mijn nachtmerrie wordt steeds erger.Ik hoop eigenlijk dat ik het fout heb. Dat het gewoon een foutje van de schrijvers van de regeringsverklaring is geweest. Dat eigenlijk het woord tolerantie gebruikt had moeten worden. Laat ik zelf het goede voorbeeld geven en positief naar deze situatie kijken. In plaats van respect wil ik voorstellen een ander woord te gebruiken in de Regeringsverklaring. Een woord wat ruimte biedt vooruitgang en rechtvaardigheid.Als we niet respect maar tolerantie als sleutelbegrip van onze maatschappij nemen lijkt me dat een goed begin. Ten eerste past dit in de lange Nederlandse traditie van Hugo de Groot en Erasmus, beide grote voorstanders van (godsdienstige) tolerantie. Ten tweede is tolerantie, in tegenstelling tot respect, een principe dat wederkerigheid vereist. Het betekent niet alleen tolerantie voor andere culturen en godsdiensten, maar ook dat van die andere culturen en godsdiensten tolerantie tegenover de Nederlandse cultuur en wetgeving geëist mag worden.Een van de grote fouten die in het verleden zijn gemaakt, is nieuwkomers niet duidelijk te maken dat er bepaalde regels zijn waaraan iedereen zich in dit land dient te houden. De Nederlanders waren tolerant en de nieuwkomers moesten vooral hun eigen cultuur en gewoonten behouden. De wederkerigheid van tolerantie werd dus genegeerd; de bron van het kwaad.

Nu er achteraf gecorrigeerd moet worden is dat natuurlijk voor sommigen niet plezierig. Het lijkt net alsof er nieuwe regels ingevoerd worden die speciaal allochtonen en Moslims treffen. Dat is natuurlijk onjuist. Het is een kwestie van iedereen aan de zelfde regels houden; gelijkheid en wederkerigheid.Willen we voor Nederland een toekomst creëren waarin er plaats is voor iedereen dan zullen er bepaalde basisregels geformuleerd moeten worden die rechtvaardig en vooral duidelijk zijn. Beginnen met respect is contra-productief. Respect gaat niet uit van wederkerigheid. De taak van de overheid ligt niet bij het opleggen van respect maar bij het bestrijden van onrechtmatige situaties. Haal de kiemen hiervan weg. Dit geldt zowel voor de autochtone als de allochtone bevolking. Leer mensen anderen het voordeel van de twijfel te geven, maar duidt ook op de verantwoordelijkheid van mensen om pro-actief bestaande gevoelens van wantrouwen weg te nemen. Zo moeten autochtone Nederlanders tolereren dat er nieuwe, andersoortige gebedshuizen worden gebouwd in hun steden. Maar laat deze dan niet overdreven en opvallend zijn. Zo is het ook noodzakelijk dat Moslims de schijn van religieuze onverdraagzaamheid, die er bij veel niet-Moslims bestaat jegens de Islam, wegnemen. Het zou een stap in de goede richting zijn wanneer elke moskee een verklaring zou ondertekenen die inhoudt dat zij de jihad tegen niet-moslims volledig afwijst als onderdeel van de Islam en dat zij het Nederlandse rechtssysteem en de democratie volledig erkent. Inclusief de vrijheid van godsdienstkeuze en de burgerrechten van vrouwen en homoseksuelen.

Tolerantie moet gebaseerd zijn op rechtvaardigheid. Zoals Hugo de Groot het zei: ‘rechtvaardigheid brengt gemoedsrust, terwijl onrechtvaardigheid leidt tot ellende en pijn’. Laat de regels ook duidelijk zijn. Een moskee die deze verklaring niet wil ondertekenen, en dus zich niet tolerant toont tegenover Nederland, zal gesloten moeten worden. Zo zullen de rotte appels uit de mand gehaald worden en kunnen we langzaam aan gaan werken aan een werkelijk tolerantie maatschappij. Er ligt hier inderdaad een belangrijke taak bij de overheid, die sturend moet handelen. Maar beginnen met respect geeft het verkeerde signaal.